In de kamerbrief Groene Groei (kamerstuk 33043, nr. 14) zet het kabinet zijn strategie uiteen om de welvaart voor toekomstige generaties te behouden. Dit doen wij door voortdurend vooruit kijken naar kansen om te groeien, te innoveren en te concurreren, maar ook naar de toenemende noodzaak om dat op een duurzame manier te doen. (Kamp/Mansveld, 16-6-2014)
Het kabinet wil dingen bereiken op het gebied van de circulaire en ‘bio-based’ economie. Maar wat bedoelt het nu precies met deze openingszin uit een recente Kamerbrief? Schijnbaar kijken de kabinetsleden ‘voortdurend vooruit’, wat me een vermoeiende bezigheid lijkt, maar ook van weinig belangstelling getuigt voor dat wat er (nog) níet in het vooruitzicht gebracht is. Staren ze zich blind op de toekomstige welvaart? En ons welzijn dan? Wat wordt precies bedoeld met ‘kansen om te groeien’? Als het kabinet uitkijkt naar kansen om te groeien, wil het kabinet dan een groter gewicht van de overheid in de Nederlandse maatschappij, of zelfs specifiek meer ministers en staatssecretarissen ter vergroting van de eigen clan? En waar wil het kabinet zoveel concurrentie voor of mee? Onderling? Waren de verhoudingen tussen PvdA en VVD niet al matig, laat staan de verhouding tussen coalitie en de meerderheidsoppositie? Of trekt Rutte/Asscher ten strijde tegen het Vlaamse kabinet?
Op een toenemend duurzame manier natuurlijk, dat wel.