Grote steden, zoals Amsterdam, worden ommuurd of doorkruist door snelwegen en spoorbanen: fysieke constructies om het tempo van de 21e eeuw mogelijk maken in een laag boven het stedelijk gekrioel. Om het stedelijke veld te laten doorlopen, zijn deze stroken onbegaanbaar talud regelmatig geperforeerd. Deze tunnels zijn de enige doorgangen in de barrière, waardoor het natuurlijke focuspunten zijn geworden voor verplaatsing. Het geheel van het talud, de rijksweg of spoorweg en de onderdoorgangen is in de regel sterk gereduceerd in complexiteit omdat het anders de structuur van de weg aantast. De doorgangen onder de wegen en sporen kunnen geduid worden als ‘transitieruimte’: ze verbinden wel het stedelijk weefsel aan weerzijden van de weg maar vormen zelf geen stedelijkheid. De onderdoorgang dient slecht het passeren naar de andere zijde. Het is een non-place, een betekenisloze plek die als zodoende geen deel uitmaakt van de leefwereld van mensen. Mooi zijn deze ruimten niet, want onze efficiënte, hoog-technologische maatschappij vereist dat ze robuust (beton) en goed te onderhouden (zonder frutsels) zijn. Maar het zijn tevens geaccepteerde elementen in ons dagelijks bestaan die na enkele seconden fietsen weer vergeten zijn. En soms is er verbazingwekkend veel nog onbenutte ‘restruimte’ te vinden op deze locaties, waarvan het zeker de moeite waard is om die eens nader te bekijken.
Voor de UvA-module ‘Maakbaarheid in de Grote Stad‘ deed ik dit, als onderdeel van een interdisciplinair studentengroepje. Deze module beoogde om enkele vastgelopen stedelijke vraagstukken academisch, maar ook interveniërend aan te pakken. Een videoimpressie van het geheel vindt u hier. In het kort laat het project zich omschrijven als: onbevangen, energiek, academisch, gek, leuk, slopend, zinloos, en buitengewoon zinvol. We spraken met wethouders, ondernemers, ‘mensen op straat’, we brainstormden en gingen gewoon dingen doen. Dóen. Wat mij betreft het thema van dit nieuwe jaar.
Naast het ontwikkelen van een gevoel hoe verandering wél bereikt kan worden, leverde de module ook nog een stel impulsieve essays op, waarvan hier het mijne. En een website. En een artikel in Rooilijn (vaktijdschrift voor ruimtelijke ordening en meer), waarvan de eerste alinea bovenaan staat. En misschien komt er wel meer. Maakbaarheid gaat in elk geval door, in de vorm van een nieuwe editie. Inschrijven kan nog. Maak het mee!
Geef een reactie