Zoals redelijk veel Nederlanders (dat merk je als je in het buitenland bent…) ga ik graag voor de lol fietsen. Zo ook door de polders rond Amsterdam, omdat die toch het meest nabij zijn. Ondanks mijn matig ontwikkelde patriottisme, moet ik toch bekennen het Hollandse cultuurlandschap goed te waarderen. Brede rivieren die door oneindig laagland gaan en zo, je kent het, al ken ik het gedicht niet verder zo goed omdat ik daar geen geheugen voor heb. Het laagland is echter helemaal niet zo oneindig. En ook niet klimaatneutraal, om met een buzzword te komen.
Ik heb deelgenomen aan een conferentie (10 mei jl.) getiteld De Groene Metropool, georganiseerd door GroenLinks Amsterdam, in slot Assumburg in Heemskerk (why not). Ik mocht het verslag verzorgen van de werkgroep over de veenweiden van Amsterdam, iets waarin ik gelukkig al een beetje thuis was. En het nieuws is niet goed: de karakteristieke en unieke veenweiden zijn er niet om te blijven. In het kort: het natuurlijke waterpeil is een stuk hoger, wat het land natter zou doen zijn dan het is. Dat brengt een andere (echt drassige) natuur voort. De veehouders malen het water consequent omlaag om er meer koeien op te kunnen houden. Daar heeft u uw veenweidelandschap, maar u krijgt inklinking op de koop toe: het veen, wat een laag plantenresten is, wordt door de micro-organismen verteerd en vervliegt grotendeels als CO2. Eigenlijk is de status quo dus niet houdbaar. We kunnen het lang uitzingen door slechts weinig water weg te malen, wat ook de natuur ten goede komt, maar niet de beurs van de boer. Gedeeltelijke oplossingen zijn er natuurlijk wel. Wie er iets meer van wil wegen, verwijs ik naar het complete verslag van de conferentie, waar mijn stuk onder ‘Dilemma 1’ te vinden is. Meer interessant leesvoer komt uit Wageningen.
Geef een reactie